Snooker spelregels

Snooker is een spel dat gespeeld word met 21 gekleurde ballen. Hiervan zijn er 15 rood, 1 geel,  1 groen, 1 blauw, 1 bruin, 1 rose, 1 zwart en een witte aanspeelbal. Het spel is vergelijkbaar aan pool. Toch zijn er een aantal, buiten de speelballen om, belangrijke kenmerkende verschillen. Zo is de afmeting van een snookertafel anders. Een snookertafel is aanzienlijk groter dan een pooltafel. Ook zijn de speelballen kleiner en lichter en de speelkeu’s zijn smaller aan de tip. Daarnaast heeft een snookertafel kleinere pockets en zijn de randen van de pockets rond, waar ze bij pool een hoek hebben.

.

De snookertafel heeft, net zoals een pooltafel, een vaste positie voor alle ballen.
Zo worden bij de start van het spel alle rode ballen in het rack geplaatst en aan de voorzijde van de tafel opgesteld. De zwarte bal komt op de eerste stip, voor het rack met de rode ballen. Strak tegen de rode ballen aan, aan de voorzijde van het rack tegen de punt, komt de rose bal. De blauwe bal ligt op de stip in het midden van de tafel. Vanuit deze positie gezien, ligt de groene bal rechts, de bruine bal in het midden en de gele bal links op de lijn, aan de andere zijde van de tafel. De lijn heet de “Baulk Line” (dwarslijn). De halve cirkel die hier aan vast zit heet “The D” (de D).

Op de foto hier naast is goed het verschil te zien tussen de verschillende keu’s. Links een keu die veelal gebruikt is bij pool. De keu is recht aan, breder aan de bovenkant en de tip, ook wel pomerance genoemd, is breed. De andere twee keu’s worden gebruikt bij snooker. Deze keu’s zijn aan de bovenkant aanzienlijk smaller en de tip is een stuk kleiner.

Het spel

De witte bal (de cueball) mag door de startspeler op een willekeurige plaats in de halve cirkel worden geplaatst. Met deze cueball moeten de ballen in een bepaalde volgorde in de pockets worden gespeeld. Een speler moet telkens eerst een rode bal potten, alvorens een gekleurde bal gepot mag worden. Net zoals bij pool moeten alle ballen gecalled worden. Indien er een gekleurde bal gepot is voordat alle rode ballen van tafel zijn gespeeld, moet deze terug op tafel gelegd worden op de plek waar hij hoort bij het startpunt. Indien deze spot bezet is door een andere bal, schuift de gekleurde bal een positie op. De rode ballen worden na het potten niet terug op tafel gelegd.  Voor elke gepotte bal krijgt de speler de waarde van de bal op het scorebord. Alle gekleurde ballen hebben een ander punten aantal.

Het aantal punten dat een speler achtereenvolgens maakt (dus zonder een bal te missen), wordt een break genoemd. Wanneer een break beëindigd is (door een bal niet te potten of een fout te maken), is het de beurt aan de tegenstander, die ook weer met een rode bal moet beginnen. Dit gaat zo door, tot de laatste rode bal gepot is. De speler mag dan voor de laatste keer een kleur kiezen waarop hij gaat spelen. Pot hij die, dan wordt de bal teruggelegd en mag hij doorgaan, zo niet is de tegenstander aan de beurt. Nu worden alle gekleurde ballen in volgorde van hun waarde weggespeeld.

De speler die na het potten van de laatste bal de meeste punten heeft, heeft het frame (een enkel spelletje) gewonnen. Een frame is beëindigd wanneer of alle ballen gepot zijn, of enkel zwart nog op tafel is, of een fout gemaakt wordt met enkel zwart nog op tafel, of wanneer de scheidsrechter iemand een frame toewijst op grond van een andere regel.

Een wedstrijd bestaat uit een vooraf vastgesteld aantal frames. De wedstrijd wordt beëindigd als een van de spelers het merendeel van de frames weet te winnen. Wanneer een wedstrijd wordt gespeeld over 19 frames (best of 19), betekent dit dat de wedstrijd beëindigd is wanneer een van de spelers 10 frames heeft gewonnen. Grote wedstrijden worden vaak gespreid over meerdere sessies van bijvoorbeeld 8 frames.

Bijzonderheden

De bal waarop gespeeld wordt (een rode bal of een niet-rode bal die men gecalld heeft), noemt men de ball-on. De speler moet deze ball-on als eerste bal raken met de cueball, zo niet volgen er strafpunten.  Als de ball-on niet rechtstreeks geraakt kan worden, meestal doordat een andere bal in de weg ligt, dan spreekt men van een snooker. Soms loopt een frame ‘vast’ en kan besloten worden tot een ‘re-rack’. Doorgaans gebeurt dit als een rode bal vlak voor een pocket ligt maar waarbij beide spelers gesnookerd zijn op die bal en er verder ook geen ‘makkelijk potbare’ rode bal aanwezig is.  Beide spelers moeten echter wel instemmen met de re-rack. Als er een fout gemaakt wordt terwijl enkel nog de zwarte bal op tafel ligt, is het frame voorbij. De tegenstander krijgt zeven strafpunten, de eindstand bepaalt wie het frame wint.

Bij een gelijke stand aan het eind van een frame wordt, om te beslissen wie het frame wint, de zwarte bal teruggelegd (re-spotted black), en de cueball ergens naar keuze in de D gelegd. Door middel van kop of munt wordt bepaald wie aan de beurt is; die speler mag kiezen of hij zelf speelt of zijn tegenstander laat spelen. Wie het eerst de zwarte bal pot, heeft het frame gewonnen. Bij een fout (de cueball potten of de zwarte niet raken) wint de tegenstander.

Fouten worden bestraft met strafpunten; deze worden niet afgetrokken van het puntenaantal van de speler, maar bij de score van de tegenspeler opgeteld. Het aantal strafpunten is altijd de waarde van de waardevolste bal betrokken bij de fout met een minimum van 4 punten. Op een rode bal spelen maar niets raken levert dus 4 strafpunten op; wordt de zwarte bal geraakt in plaats van een andere bal, dan levert dit 7 strafpunten op. Als er verschillende fouten in een beurt gemaakt worden, dan telt de fout die de meeste strafpunten oplevert.

Als de bal na een fout van de speler zo komt te liggen dat de term snooker van toepassing is (de ball-on kan niet aan beide kanten rechtstreeks geraakt worden doordat er een of meer andere ballen tussen liggen), dan wordt een free ball toegekend. De tegenspeler mag dan elke andere bal ‘nomineren’ als ball-on. Deze bal heeft dan ook de waarde van de ball-on, ongeacht de waarde die de bal normaal heeft. Als de uitgekozen bal een gekleurde bal is, wordt deze teruggeplaatst nadat deze gepot is.

Als de free ball toegekend wordt voor een rode bal (als de speler normaal dus moest spelen op een rode bal), dan mag de speler op een gekleurde bal spelen als hij de free ball gepot heeft, ook wanneer een gekleurde bal als free ball werd uitgekozen.